Hartsvriendin
Met tranen in onze ogen kijken we elkaar aan. Mijn lieve jeugdvriendinnetje en ik. Ik pak haar hand. We hebben gepraat en gepraat. Over haar jeugd. Over mijn beslommeringen. Over onze levens nu. En hoe verschillend deze zijn. We onderbreken ons gesprek voor een hapje pizza. En een slokje drank. Zij een droge witte wijn. Ik een tomatensap. ‘Stop maar even’, zeg ik, als het me weer even teveel wordt. Besmuikt kijk ik op me heen. Er zijn toch geen bekenden hier? Ik wapper opkomende tranen weg met mijn servet. Onder de tafel knijp ik in mijn been om de emotionele pijn niet te voelen. Het helpt niet.
Impactvolle gebeurtenis
Ze laat een foto zien van het graf. Hoe haar kleine nichtje er levenslustig bovenop zit en triomfantelijk om zich heen kijkt. De brandende kaarsjes aan de rand. ‘Dit is de eerste keer dat we hier met z’n allen staan’, vertelt ze. Een volgende foto. ‘De oppas van destijds heeft nog een knutselwerkje van haar bewaard. Dat mag ik nu hebben.’ Mijn hart huilt. Voor mijn vriendin, haar familie, het leven. De impact van deze gebeurtenis. De nasleep in de levens van de betrokkenen. Hoe ouders keuzes maken die zo’n schadelijk effect kunnen hebben. Met de beste bedoelingen.
Destructief gedrag
Eetproblemen, depressie, relatieproblemen, drankmisbruik. Zelfdestructief gedrag. De worsteling om een stabiel en evenwichtig leven op te bouwen. Ze is in het afgelopen jaar met de juiste begeleiding groter, groots, geworden. Het valt zelfs mijn partner op, wanneer ze onze woonkamer binnenstapt in haar stoere spijkerpak. ‘Ze heeft nog wel een donkere uitstraling’, voegt hij er aan toe.
Overleden zus
Ik voel met haar mee. Mijn jarenlange beste vriendinnetje. Ik kwam vaak bij haar thuis. Zag de foto staan. Wist dat ze bij ons op school had gezeten. Tot in de eerste klas. Haar oudere zus, met het donkere haar en de verlegen blik in haar donkerbruine ogen. We zeiden een gebed op voor het eten. En ze vertelde dat haar zus boven in de hemel was. Ik wist dat er verdriet was. Al zag ik een mooie, goedgemutste, gezellige moeder met vrolijke ogen en een gulle, klaterende lach.
Rouwverwerking
Veertig jaar later staan ze voor het eerst samen, als gezin, bij het graf. Op de dag van de begrafenis, gleed ze op de kinderboerderij van de glijbaan, herinnert ze zich. Aangemoedigd door de oppas. Ongedeeld, eenzaam verdriet. Dat van binnenuit is gaan woekeren en tieren. Een donker gat. Met mensen die kanker hebben, kan ze goed omgaan. Maar het liefst heeft ze er nooit of te nimmer meer mee te maken.
Stille getuige
En ik? Ik vraag me af waarom het verhaal mij zo raakt. Als stille getuige van dit onverwerkte verdriet? Als stille getuige van al dit leed? Huil ik om haar? Om mij? Om het leven? Het houdt me in ieder geval nog de dagen erna flink bezig en brengt een diepe vermoeidheid met zich mee. Mijn hartsvriendinnetje.